Wat betekent dat nou weer...

Begrippen-ABC

Het online & e-commerce landschap is redelijk verziekt met jargon. Als jou onbekende begrippen om de oren vliegen; hier is een begrippen ABC.

Mis je een begrip? Laat het ons weten; we leggen deze graag aan je uit!

Disclaimer: Onderstaande definities zijn geformuleerd door ensanne.nl. Bronvermelding is wenselijk.

  • A/B test: Door gebruikers te verdelen in twee groepen, die elk een ander concept te gebruiken krijgen, kan er op basis van de onderzoeksresultaten beslist worden welke opzet, A of B, het gewenste doel – voornamelijk de hoogste omzet – het best benadert.
  • Adblocker: Een adblocker is een programma die advertenties blokkeert. Voor verschillende browsers en operating systems zijn er verschillende adblockers beschikbaar. Het geeft niet alleen een voordeel omdat er geen pop-up vensters komen, maar vaak is het ook zo dat de websites veel sneller geladen worden.
  • Affiliate Marketing: is een manier van online marketing waarbij een derde Publisher commissie ontvangt als deze bezoekers/leads/transacties doorstuurt naar de website. De commissie kan tegen een vaste of variabele prijs worden betaald. Je kunt een tussenpartij gebruiken, dit voorkomt dat je 1/1 afspraken moet maken en administratief werk uit handen genomen wordt.
  • Afterpay: Betalen doe je achteraf, nadat je de bestelling veilig ontvangen hebt. Dan weet je zeker of het product bevalt en betaal je alleen voor wat je wilt houden. Zo beschermen wij jou als consument, dat is wel zo prettig. Zodra de bestelling geleverd is, ontvang je een betaaloverzicht per e-mail.
  • Agile: Agile(project)management is een iteratieve (zich herhalende) methode om wensen en eisen boven water te krijgen en aan die steeds veranderende wensen en eisen te blijven voldoen.
  • AIDA model: Het AIDA model is een model dat beschrijft welke vier stappen moeten worden gezet om je doelgroep aan te zetten tot een actie. De letters uit het AIDA model staan voor Attention, Interest, Desire en Action. Deze woorden zijn de vier stappen die moeten worden ondernomen.
  • AirBnB: Airbnb is een online marktplaats voor de verhuur en boeking van privé-accommodaties. De website omvat meer dan 2.000.000 privé-accommodaties in 192 landen en 33.000 steden. Vanaf de oprichting in augustus 2008 tot juni 2012 werden 10 miljoen overnachtingen verhandeld in Airbnb.
  • Algoritme: Een set regels die door een zoekmachine wordt gebruikt om websites te positioneren in de organische zoekresultaten. Ook wel reguliere of algoritmische zoekresultaten genoemd
  • AMP: staat voor accelarated mobile pages. Het is de naam voor het open source framework dat is ontwikkeld door Google in samenwerking met onder andere Twitter, LinkedIn en WordPress. Met AMP wil Google het belang aantonen van een snelle mobiele website. Met de inzet van AMP biedt Google de mogelijkheid op een laagdrempelige manier de mobiele ervaring verder te verbeteren
  • API: application programming interface; is een functionaliteit die verschillende data uit verschillende bronnen met elkaar kan laten communiceren. Zie ook mashup.
  • Applicaties: ook wel Apps, zijn programmaatjes voor een smartphone of tablet die je (gratis) installeert  en daarmee gebruik kunt maken van een dienst of game.
  • App store: De App Store is de online winkel van Apple, waar consumenten apps kunnen downloaden en kopen.
  • Artificial intelligence: oftewel kunstmatige intelligentie is een verzamelnaam van software als expertsystems, neurale netwerken etc waarmee men de computer creatief wil leren denken.
  • ASO (App Store Optimalisatie): ASO is de nieuwe vorm van SEO, maar dan speciaal voor apps in de app stores.
  • Augmented Reality: Letterlijk toegevoegde realiteit; Het zo realistisch mogelijk toevoegen van virtuele computergemaakte beelden aan rechtstreekse reële beelden.
  • Autenticiteit: “waargebeurde verhalen of verhalen met geloofwaardige oprechte emoties die een memorabele beleving te weeg brengen.” (Pine & Gillmore)
  • Banner: Een advertentie-uiting in tekst of beeld (of een combinatie daarvan).
  • Betaversie: Een bètaversie is in ontwikkeling zijnde software die nog niet stabiel genoeg is om in productie genomen te worden, maar wel al (deels) functioneel is. De bètaversie wordt vaak verspreid onder een selecte groep van gebruikers voor een gebruikerstest waarbij feedback gegeven kan worden. Dit kan een gesloten selectie gebruikers zijn (closed beta of gesloten bèta) of gewoon voor elke gebruiker (open bèta).
  • Big Data: Men spreekt van big data wanneer men werkt met een of meer datasets die te groot zijn om met reguliere databasemanagementsystemen onderhouden te worden. Big data spelen een steeds grotere rol. De hoeveelheid data die opgeslagen wordt, groeit exponentieel.
  • Blendle: Een journalistiek platform waar je losse artikelen uit tijdschriften en kranten kunt kopen.
  • Blog: Verkorting van weblog. Zie ook weblog.
  • Blogger: De persoon die een weblog bij houdt.
  • Blogosphere: is een Amerikaanse term voor de virtuele omgeving waarbij weblogs via allerlei manieren voor nieuwsgeving aan elkaar verbonden zijn.
  • Blogtrip:
  • Bluetooth: is een systeem dat het mogelijk maakt om draadloos verbinding te leggen met verschillende apparaten.
  • Bouncen: Iets terugkaatsen: een automatische e-mail aan de afzender dat het bericht niet kan worden afgeleverd omdat het e-mailadres foutief is.
  • Browser: Zie webbrowser.
  • Bug: een bug is een fout in een computerprogramma of een website, waardoor het zijn functie niet (geheel) volgens specificaties vervult.
  • Cache: Cache is een opslagplaats waarin veelgebruikte data tijdelijk wordt opgeslagen om er zo sneller toegang tot mogelijk te maken. Op uw computer worden hier de tijdelijke internet bestanden mee bedoeld.
  • Call to Action (Cta): Call to action is een Engelse term die gebruikt wordt in de marketing en reclame. Een call to action is een deel van een overtuigend bericht. In dit deel wordt men opgeroepen om een bepaalde actie uit te voeren. Zoals het overnemen van een opinie, het veranderen van gedrag of het aankopen van een product.
  • CSS: CSS is een afkorting van Cascading Stylesheets. CSS gebruik je voor de opmaak van je website. Meer informatie vind je in onze CSS-cursus.
  • Chat: een online gesprek in real time tussen verschillende internet gebruikers die getypte berichten uitwisselen. Een vorm van chat is Facebook Messenger.
  • Chatbot: een online gesprek tussen een internet gebruiker en een machine. In de meeste gevallen lijkt het voor de internet gebruiker of hij daadwerkelijk met een persoon chat, terwijl dit eigenlijk een computer is.
  • CMS: Content Management Systeem. Een CMS is een webtoepassing waarbij eenvoudig zonder technische kennis websites gepubliceerd en beheerd kunnen worden.
  • Cloud: Term die aangeeft dat alle bron- en opslagplaatsen van bestanden via het Internet elders zijn opgeslagen in plaats van in de computer van de gebruiker.
  • Comment: een reactie op een artikel, foto of filmpje op het internet.
  • Community: Digitale ontmoetingsplek voor gelijkgestemden
  • Connection points: Belangrijke online spots waar influentials elkaar treffen.
  • Content: De inhoud van een website in tekst, beeld en video.
  • Contentkalender: een tool die gebruikt wordt bij contentmarketing om de content op het juiste moment te plannen.
  • Contentmarketing: Een continu strategisch marketingproces waarbij de focus ligt op het creëren en distribueren van waardevolle, relevante en consistente content voor een duidelijk gedefinieerde doelgroep met als doel deze aan te trekken en door binding te behouden.
  • Contentmanager: Verantwoordelijke voor het inhoudelijke beheer van de website.
  • Conversational Interface: Het ontwerpen van een gesprek tussen mens en computer (denk hierbij aan chatbot’s), hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat de gebruiker zo snel mogelijk de gewenste informatie vindt.
  • Conversie: De omzet die een bepaalde actie oplevert.
  • Cookie: Een cookie is een bestand met informatie dat een website op de computer van de bezoeker plaatst. Zolang het op uw computer staat zal uw browser dit bestand terugsturen naar de betreffende website bij elk volgend bezoek aan deze website.
  • CPC: Cost per click: een betalingsconcept bij webvertising waarbij de adverteerder betaald voor iedere click op zijn advertentie.
  • Crossmedia: het principe waar de consument wordt uitgenodigd om van het ene mediumtype over te stappen naar het andere mediumtype. Dit kan alleen gebeuren als het ontwikkelde concept mediumonafhankelijk is en de middelen op een passende wijze worden ingezet.
  • Cross-over: een situatie waarbij wordt geschakeld tussen medium 1 en medium 2. Bijvoorbeeld een TV uitzending waarbij je sms’t om te stemmen.
  • Crowdsourcingorganisaties of personen maken gebruik van eerder gegenereerde content van individuen (professionals, vrijwilligers en geïnteresseerden). Voorbeelden van Crowdsourching zijn Youtube, Wikipedia en FlickR.
  • CTR: Click Through Ratio: de mate waarin op een advertentie uiting (banner) wordt geklikt naar de gelinkte website.
  • Customer journey: Customer journey mapping is een klantgerichte techniek voor het ontwikkelen van innovatieve bedieningsconcepten en het optimaliseren van klantprocessen en diensten. Het maakt zichtbaar waar in het klantcontact verbeteringen mogelijk zijn om een optimale klantbeleving te realiseren over alle kanalen heen
  • Cybercrime: Cybercrime is criminaliteit met ICT als middel en als doelwit. De term cybercrime, ook wel computercriminaliteit of cybercriminaliteit genoemd, komt uit het Amerikaanse recht en is een algemene benaming voor misdrijven waarbij netwerken of computers worden gebruikt.
  • Dashboard: een controlepaneel waarmee de gebruiker in één oogopslag alle functionaliteiten ziet.
  • Databasemarketing: Databasemarketing is een vorm van marketing waarbij de achterliggende gedachtengang is “elke klant individueel te benaderen” en om aan de individuele wensen van de klant te voldoen met een individueel en gepersonaliseerd aanbod.
  • Devices: Apparaten
  • Deel economie: De deeleconomie is een socio-economisch systeem waarin delen en collectief consumeren centraal staat. Het gaat om gezamenlijk creatie, productie, distributie, handel en consumptie van goederen en diensten.
  • Digital Nomad: dit zijn personen die het internet gebruiken om hun werk locatie onafhankelijk uit te voeren. Tegelijkertijd leven ze een “nomadisch” bestaan door veel te reizen en op die manier optimaal gebruik te maken van hun flexibele manier van werken en geld verdienen.
  • Direct message: is een mogelijkheid op social networks waarbij je naar de gebruiker direct een bericht stuurt met jou als afzender maar zonder dat iedereen dit kan lezen. Ook wel: PB; privé bericht.
  • Directories: een groep van verzamelde databestanden.
  • Disruptive: Disruptive is een nieuwe en ontwrichtende innovatie. Met een disruptive innovatie hebben nieuwkomers in een bepaalde markt de mogelijkheid om de strijd aan te gaan met gevestigde organisaties. Disruptive is het fenomeen dat nieuwkomers met een slim idee en technologie in een ommezwaai marktleiders verschrompelen en hele bedrijfstakken wegvagen. Veelal hebben de disrupters het aura van David tegen Goliath. Het zijn kleine sympathieke innovators die het opnemen tegen de macht. Easyjet, Uber en AirBnB zijn voorbeelden van disruptive bedrijven.
  • Domeinnaam: is de naamgeving aan een website, waarmee de website kan worden opgeroepen. De domeinnaam bestaat altijd uit een unieke naam gevolgd door een top level domain (TLD). Een top level domain is bijvoorbeeld .nl, .com, .org, .de, .co.uk etc. Een domeinnaam moet altijd geregistreerd worden. In Nederland doe je dat bij het SIDN: Stichting Internet Domeinregistratie Nederland.
  • Drone: Een drone wordt door de Federal Aviation Administration gedefinieerd als een onbemand luchtvaartuig. Het kan hierbij zowel gaan om een luchtvaartuig dat op afstand bestuurd wordt als een variant die een vooraf geprogrammeerde vliegroute aflegt.
  • Dropbox: Dropbox is een bekende clouddienst voor het online opslaan van bestanden. De gebruiker kan er bestanden mee synchroniseren met verschillende computers en mobiele apparaten en ze tegelijkertijd delen met vrienden.
  • Dynamic content: Dynamic content is de Engelse term voor dynamische content. Dynamisch betekent op zijn beurt dus wisselend. Het beste voorbeeld van dynamic content is een weblog. Een blog heeft natuurlijk steeds nieuwe content, die wordt toegevoegd door de blogger.
  • eBook: Een eBook is niets anders dan een elektronisch document in boekvorm. Een eBook kunt u op een computer of met behulp van een speciale e-Reader lezen. De omvang van een elektronisch boek is nauwelijks een probleem, het kan tot wel vijftigduizend pagina’s gaan. Dat is natuurlijk een andere soort pagina’s dan bij het klassieke boek, er gaat veel minder tekst op een bladzijde, maar van een beperking in omvang is nauwelijks sprake.
  • E-business: het doen van zakelijke transacties (kopen en verkopen), het voeren van zakelijke relaties en het beheersen van de productieketen door middel van computer- / telecommunicatienetwerken. E-business bestaat uit E-commerce, Customer Relationship Management (CRM) en Suply chain management.
  • E-commerce: alle manieren waarop via internet handel bedreven kan worden. E-commerce is een onderdeel van E-business.
  • E-mail marketing: is een marketing instrument waarbij door middel van het versturen van e-mails een bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van je marketing doelstellingen.
  • Embedden: Het plakken van de HTMLcode van content (bijvoorbeeld een Youtube filmpje of een Google Map) in een website of weblog. De content blijft hierbij origineel bij de bron staan. De broncode is ook vermeld.
  • Emoticon: Emoticons zijn weergaven van emoties door middel van een afbeelding, een teken of een combinatie van lees- en lettertekens.
  • EPS: Encapsulated Post Script (File). Een vector-georiënteerd grafisch bestandsformaat ontwikkeld door Adobe Systems. EPS heeft vaak de voorkeur voor vele computer-illustraties, vanwege zijn efficient gebruik van het geheugen en goede kleurbeheersing.
  • Facebook: is een sociaal netwerksite, opgericht op 4 februari 2004 door Mark Zuckerberg in Californië, Amerika. Het oorspronkelijke idee, The facebook, is ontstaan op Harvard en alleen studenten konden lid worden.
  • Feed: Een alternatieve versimpelde weergave van online inhoud.  Wordt gebruikt bij RSS lezers.
  • Follower: Een volger, iemand die je aanhangt op Twitter.
  • Follow Link: Hierbij moet je natuurlijk wel de URL en tekst van de link aanpassen. Het attribuut ‘rel=”nofollow”’ geeft aan Google de no-follow link aan. Een no-follow link is het tegenovergestelde van een do-follow link.
  • Forum: Digitale discussiepagina waarin bezoekers hun mening over specifieke onderwerpen kunnen achterlaten.
  • Foodie: Een persoon met een speciale interesse in of kennis van voedsel, een gastronomisch. We self-beleden foodies graag ontmoeten in restaurants en praten als deskundigen over wat we aan het eten waren.
  • Funnel: een stapsgewijze weergave van een transactie of registratie op een website. Bijvoorbeeld een koopproces in stappen weergeven.
  • Gastblogger: Iemand die een enkele keer een blog op je blog schrijft. Dit kan gratis zijn of tegen betaling.
  • Geek: Geek is een Engelse benaming voor iemand die gepassioneerd is door wetenschap en technologie.
  • Geofilter: Een geofilter is een filter op Snapchat die je kan toevoegen aan je snap wanneer je op een bepaalde locatie bent. Het is een soort moderne postkaart. Je toont aan je vrienden waar je bent en bewijst dat met die filter.
  • GIF: GIF is een bestandsformaat voor het opslaan van rasterafbeeldingen in digitale vorm. GIF is de afkorting van Graphics Interchange Format, een grafische bestandsindeling met pixels. GIF ondersteunt kleuren, verschillende resoluties, animatie en een transparante achtergrond.
  • Google Adwords: Advertentiemogelijkheid van Google:  zoekwoord gerelateerd. Verschijnen rechts bij een zoekopdracht in Google.
  • Google Analytics: Een gratis dienst van Google om webstatistieken te verzamelen en bezoekers(stromen) in kaart te brengen.
  • Groepsapp: In een groepschat kun je met maximaal 256 mensen tegelijkertijd chatten.
  • Growth Hacking: Bij Growth Hacking staat groei in bereik of data centraal. Veel Start-Up’s en kleine ondernemingen kampen met het probleem om weinig marketingbudget in te kunnen zetten als ze hun onderneming willen laten excelleren.
  • Hacken: Hacken is het illegaal inbreken in computers of computernetwerken door het omzeilen van beveiligingsmaatregelen. Bestanden worden door hackers vaak vernietigd, beschadigd of gestolen.
  • Hackathon: Op een hackathon komen er veel ontwikkelaars bij elkaar om in een grote ruimte met z’n allen software te gaan maken. Het woord komt dan ook van hack en marathon.
  • Hashtag: een hashtag is een # teken dat voor zelfstandige naamwoorden en onderwerpen op social media gebruikt wordt.
  • Header: Bovenste gedeelte van een mailbericht of een nieuwsgroepartikel. Samen met de footer bepaalt het de `look en feel` van een pagina, mail of gehele website.
  • Heavy Users: Zware intensieve en veeleisende internetgebruikers.
  • Hit: Vorm voor het meten van website verkeer. Één hit is één keer dat een verzoek is gedaan door een webbrowser aan een webserver. Één pagina waarop vijf plaatjes staan telt voor zes hits.
  • Hootsuite: een social media planner. Hier kan je verschillende social media kanalen inladen en inplannen.
  • Hosten: een dienst die bedrijven aanbieden om webpagina’s, informatie, afbeeldingen of andere inhoud op te slaan op een server en toegankelijk is via een website door middel van een adreslink.
  • HTML: Hyper Tekst Markup Language: de taal die wordt gebruikt om informatiepagina’s op het internet te weergeven. HTML bestaat uit codes (tags) waarmee de structuur en layout aangepast kunnen worden.
  • Hyperlink: Een actief werkende link op een website.
  • Imagebank: een fotodatabase waarbij de gebruikers na registratie de foto’s kunnen downloaden en gebruiken.
  • Indexeren: de activiteit die een zoekmachine doet om webpagina’s te ranken op basis van de informatie op deze website.
  • Influencers: Vooraanstaande personen die veel invloed hebben op internet. Bijvoorbeeld bekende Nederlanders, bloggers of Twitteraars en Instagrammers.
  • Infographic: De infographic is een grafische weergave van informatie in de vorm van grafieken, diagrammen of strip-achtige illustraties. Binnen deze vormen wordt gebruikgemaakt van bijvoorbeeld fotografie, lijntekeningen, kleurcoderingen, teksten, cijfers, of een combinatie ervan.
  • Inhaakkalender: een kalender van (on)officiële feestdagen en evenementen zodat je hierop kunt inspelen met content.
  • Instagram: een populaire app voor het delen van foto’s en korte videos. Deze worden voorzien van een filter waardoor originele beelden verbeterd kunnen worden.
  • Instagram stories: Instagram stories: zijn een compilatie van losse foto’s (3 seconden) of video’s (die max 10 seconden duren) die door Instagram-gebruikers voor 24 uur de wereld in gestuurd kunnen worden en zichtbaar zijn voor hun volgers. Daarna verdwijnen de stories automatisch van het profiel.
  • Instawalk:  een groep Instagrammers die afspreken op een bepaalde plek foto’s & video’s te maken. Deze worden gedeelt met een afgesproken hashtag.
  • Instant articles: Instant Articles, zijn een door Facebook ontwikkelde manier om webpagina’s snel weer te geven op een mobiele telefoon. Met Instant Articles maakt de uitgever ook een versie van een pagina volgens een slim formaat dat door Facebook snel ingeladen kan worden. Het is enigszins vergelijkbaar met AMP van Google
  • Instant messaging: Letterlijk: onmiddellijke berichtgeving. Bijvoorbeeld Facebook Messenger.
  • Interactiviteit: De mate waarin mensen kunnen meewerken aan het wijzigen van de vorm en inhoud van een online omgeving. Oftewel; de mate waarbij de gebruiker de controle heeft over informatie- en communicatiestromen.
  • Interne zoekresultaten: de zoekresultaten die via een zoekfunctie op de website gegeven worden.
  • Internet of Things (IoT): Dit staat voor het (tijdelijk) verbinden van apparaten met internet om gegevens te kunnen uitwisselen. De verwachting is dat er op den duur meer intelligente apparaten dan mensen op internet zitten. Voorbeelden zijn slimme thermometers, koelkasten, sportkleding met sensoren.
  • IP Filter: Een IP-filter beperkt de toegang tot de externe computer en laat alleen inkomende verbindingen toe van gespecificeerde IP-adressen en netwerken.
  • Latergram: Wanneer een foto niet op het moment zelf gepost wordt, maar een aantal uren of misschien wel dagen daarna (er is nou eenmaal niet overal gratis Wi-Fi), is het een #latergram. Startup Latergram heeft een app gebouwd waarmee je nu zelf Instagram-posts kan inplannen.
  • LBS: Location Based Services:  Toont informatie aan de gebruiker die rechtstreeks gerelateerd is aan de plek waar hij of zij zich op dat moment bevindt. Bijvoorbeeld aan de hand van Blue Tooth op het Station. 
  • Linkbuilding: Linkbuilding is een SEO-techniek waarbij bewust (externe) links worden aangelegd naar een website of pagina, met als doel om deze hoger te laten scoren in zoekmachines. Linkbuilding is dus een manier om zoekmachines te manipuleren.
  • LinkedIn: Linkedin is een gratis sociale netwerksite die zich specifiek richt op professionals. Linkedin noemt zichzelf dan ook het grootste professionele online netwerk ter wereld, en telt al meer dan 150 miljoen gebruikers.
  • Lurken: Een lurker is een persoon die op internetfora, chatrooms, BBS-en, Usenet of wiki’s alleen meeleest, maar zelf (bijna) niets bijdraagt.
  • Mashup: Een website die informatie en diensten van twee of meer externe databronnen haalt en deze met elkaar combineert tot iets nieuws.
  • Mediumspecificiteit: is datgene wat een medium onderscheidt van andere media oftewel de specifieke eigenschappen. Hierbij kan gedacht worden aan een groot bereik, emotionele impact, interactiviteit, connectiviteit en betrokkenheid.
  • Mention: Aantal vermeldingen, aantal keer genoemd, besproken.
  • Messenger: (Instant) messenger, een systeem waarbij iemand de contactpersonen die op hetzelfde moment on-line zijn elektronische berichten kan sturen. Het heeft veel weg van e-mail, alleen doordat je zeker weet dat iemand er daadwerkelijk is heb je veel sneller antwoord.
  • META description: De META-description is de omschrijving van de inhoud van de pagina. Een ander woord voor META-description is page description.
  • Microblog: Een internetdienst die gebruikers instaat stelt korte teksten/audiofragmenten op internet te publiceren. Bijvoorbeeld Twitter (140 tekens)
  • Microsites: kleine sites die dienen voor een specifiek en concreet doel waarbij de bezoeker niet mag worden afgeleid van niet-relevante info. Vormen van microsites: actiesite, taalversie site, focussite of een virale site.
  • Millenials: De millennium generatie is een extraverte netwerker met een optimistisch toekomstbeeld die in het leven op zoek is naar kwaliteit. Individual empowerment is het ijkpunt van deze generatie; persoonlijke ontwikkeling, groei en kennis.
  • Mobile First: Mobile first is een strategie binnen webdesign, in het bijzonder het ontwerpen en bouwen van responsive websites. Bij mobile-first design zijn bezoekers met mobiele apparten (zoals smartphones) het uitgangspunt voor het ontwerp van de website.
  • Mobile Marketing: een verzameling van methodes die organisaties in staat stelt om op een interactieve en relevante wijze te communiceren en contact te leggen met hun doelgroep via een mobiel apparaat of –netwerk.
  • Moderator: manager van een forum met als taken: discussies op peil houden, bezoekers corrigeren en regels handhaven.
  • Monitoren: Is het weten wat er waar over je gezegd wordt op social media platforms vanuit organisatieperspectief.
  • Multichannelmanagement: Synoniem voor crossmedia management.
  • Multimedialiteit: combinatie van woord, beeld en geluid in een digitale verschijningsvorm waardoor meerdere boodschappen tegelijk uitgezonden kunnen worden.
  • Newsjacking: Het inhaken op een actuele gebeurtenis, met als doel om meer bezoekers naar je blog of website te trekken.
  • Narrowcasting: het benaderen van één of meer specifieke doelgroepen door middel van audiovisuele displays (lcd- of plasmaschermen) die op afstand worden aangestuurd, op een specifieke plaats en op een specifiek moment met op maat gemaakte content. Het is daarbij belangrijk dat de beelden zoveel mogelijk op de ontvanger is afgestemd en bovendien actueel is.
  • Navigatiestructuur: Een navigatiestructuur is de skelet van de site ofwel een systematische en hiërarchische ordening van de pagina’s (hyperlinks van de site)
  • Niches: Kleine groepen consumenten met heel specifieke wensen en behoeften.
  • Nieuwe media: Een manier van indelen naar media typen. Kenmerken van nieuwe media zijn: digitaal, multimediaal en interactief.
  • No Follow Link: Dan kun je een no-follow link gebruiken. Hiermee geef je dus aan Google (en de andere zoekmachines) aan dat Google geen waarde mee moet geven aan de verwijzende link.
  • NPS: De Net Promoter Score, afgekort NPS, is een eenvoudige manier om de klantenloyaliteit van een organisatie te meten.
  • Oculus Rift: De Oculus Rift is een VR-bril met een breed stereoscopisch gezichtsveld ontwikkeld voor gamers. Het toestel meet de bewegingen van het hoofd van de speler zodat deze bewegingen gebruikt kunnen worden als besturing in het spel. Dit zorgt er voor dat de speler zich meer ondergedompeld voelt in de virtuele wereld.
  • Omnichannel: De gemeenschappelijke deler is het bedienen van de consument via meerdere kanalen. Maar nog veel meer dan bij multichannel en cross channel is omnichannel een ideologie die nagestreefd wordt. In deze ideologie wordt de klant centraal gesteld en draaien alle kanalen in harmonie om hen heen.
  • On Demand: Met on demand diensten zoals NLziet, Netflix en Videoland Unlimited kan je online tv kijken. Kijk films, series en televisieprogramma’s waar en wanneer je wilt. Je kunt de on demand diensten zien als de moderne videotheek.
  • Online magazine: Veel mensen denken bij een online magazine aan een bladerbare pdf, al dan niet verrijkt met wat links en video’s. Dat is niet helemaal meer van deze tijd. Je maakt dan namelijk iets voor print en gaat dit 1-op-1 vertalen naar een beeldscherm
  • Online Marketing: Online marketing is een spel om van een zoeker op internet een bezoeker te maken en deze aan te zetten tot de gewenste transactie met als doel dat de bezoeker vaker terug komt zodat hij/zij onderdeel wordt van je community (fan wordt).
  • Online Reputatie Management (ORM): het managen van de online reputatie van een organisatie (product of persoon)
  • Online Travel Agent (OTA): Een online intermediair waar je je vliegticket of hotelkamer kan aanbieden en de consument dit kan boeken. Websites die dit aanbieden zijn bijvoorbeeld Booking.com
  • Online video marketing: het online promoten van merken, producten of diensten door middel van video. (SMC)
  • Opt-in:  De controle die de gebruiker heeft over zijn gegevens (bijv. e-mailadres). Bij het versturen van digitale nieuwsbrieven is er sprake van een benodigde opt-in van de gebruiker.
  • Pad: het kruimelpad geeft aan welke stappen de bezoeker heeft doorlopen om tot de landingspagina te komen. Bijvoorbeeld: Home> Over ons > Vacatures> Marketing Manager
  • Pageviews: zie views.
  • Peer to Peer: Een peer to peer netwerk is er een waarbij geen gebruik wordt gemaakt van een file-server. De computers zijn onderling met elkaar verbonden en delen samen data en hardware.
  • Periscope: Periscope is een gratis live streaming app waarmee je live uitzendingen vanaf je mobiel deelt of kunt volgen van over de hele wereld.
  • Persona’s: Beeldende omschrijving van een fictief voorbeeld vanuit de doelgroep.
  • Personaliseren: informatie, communicatie en transactie voor één persoon geschikt te maken op basis van informatie over persoonlijke gewoonten en voorkeuren verzameld via acties op het internet.
  • Persuasion: overtuigingskracht, overredingskracht
  • Phising: Phishing is een vorm van internetfraude waarbij de oplichter het slachtoffer naar een valse webpagina lokt. Deze vorm van internetfraude vindt meestal plaats via e-mail en heeft als doel het verkrijgen van persoonlijke (bank)gegevens
  • Pinterest: maakt het mogelijk om verzamelingen beelden te ‘pinnen’ op een digitaal prik/moodboard.
  • Podcasting: Samentrekking tussen Ipod en broadcasting; Een audioprogramma voor de Ipod dat beschikbaar is via Internet (geschikt voor mp3).
  • Portal: een webpagina die dienst doet als toegangspoort tot een reeks andere websites die over het zelfde onderwerp gaan.
  • Project X: oproep tot feestjes. Project X is afgeleid van een film.
  • Programmatic buying: Programmatic buying is realtime bieden op advertentieruimte om één specifieke advertentie te tonen aan één consument in één specifieke context, met behulp van software. Algoritmes analyseren het online gedrag van consumenten aan de hand van onder andere cookies en big data en bepalen zo of bepaalde personen de juiste doelgroep zijn voor een advertentiecampagne.
  • Rating: is het verstrekken van “sterren” aan o.a. foto’s, video’s en berichten op het internet.
  • Realtime: Een taak in een door software gecontroleerd systeem wordt realtime genoemd als de gecombineerde reactie- en uitvoertijd van de taak korter is dan de maximale tijd die is toegestaan, rekening houdend met invloeden van buitenaf.
  • Responsive: Responsive websites passen zich aan aan het scherm waarmee een bezoeker de website bekijkt. Of dit nu een desktop, tablet of een smartphone is. Er is slechts één website, waarvan de layout zich aanpast aan de resolutie van het beeldscherm.
  • Retina Proof: Retina schermen hebben een hogere resolutie dan de ‘ouderwetse’ schermen waardoor alles een stuk scherper wordt. Je moet dus scherpere afbeeldingen laden om je website Retina Proof te maken.
  • Reposten: Iets wat al geplaatst was op het internet opnieuw plaatsen.
  • Retweeten: is het doorsturen van een Twitterbericht van iemand anders. Een Retweet is herkenbaar aan: RT. Ook wel Reposten.
  • Review: Een kritische beoordeling over een bepaald product of dienst.
  • ROI: Return on investment: geeft de verhouding tussen de gedane investering en de uiteindelijke opbrengsten aan.
  • RSS: Really Simple Syndication is een toepassing van de metataal XML en wordt gebruikt om informatie op een website gelijktijdig beschikbaar te stellen aan derden.
  • Scrum: Scrum is een flexibele manier om (software)producten te maken. Er wordt gewerkt in multidisciplinaire teams die in korte sprints, met een vaste lengte van 1 tot 4 weken, werkende (software) producten opleveren.
  • SEA: Search Engine Advertising: Alle vormen van adverteren in zoekresultaten van zoekmachines om daarmee de zichtbaarheid te vergroten.
  • Search Engine: Zie zoekmachine.
  • Seeden: Het in omloop brengen van aan viral marketing actie.
  • Segmenteren: Segmenteren van de markt is het opdelen van een markt in specifieke (deel)segmenten. Een segment is een groep (potentiële) afnemers die overeenkomen op een aantal kenmerken
  • SEO: Search Engine Optimalisation; Proces om de website natuurlijk goed vindbaar te maken in de onbetaalde zoekresultaten voor je doelgroep.
  • Server: zie webserver.
  • Sharing economy: zie deel economie
  • Sitemap: Een sitemap geeft de structuur en opbouw van een site weer.
  • Silicon Valley: Een gebied bij San Francisco waar de grote technologie bedrijven ter aarde vanuit opereren en dus de innovatie plaats vindt.
  • Siri: Siri is een personal-assistant-toepassing voor het mobiele besturingssysteem iOS. De toepassing gebruikt computationele taalkunde om aanbevelingen te doen en acties uit te voeren waarbij de uitvoering gebeurt door een aantal webservices. Volgens de fabrikant past de toepassing zich aan aan de voorkeuren van de gebruiker en worden de resultaten gepersonaliseerd. De toepassing kan taken uitvoeren zoals het reserveren van een taxi of een tafel in een restaurant.
  • Smartphone: Uitgebreide mobiele telefoons met een besturingsysteem die constant in verbinding staan met een mobiel netwerk.
  • Smartwatch: Een smartwatch is een digitaal horloge waarin een kleine computer schuil gaat. Het betreft een minicomputer die op een besturingssysteem zoals bijvoorbeeld Android draait. Je kunt een smartwatch zien als een kleine toevoeging aan je telefoon
  • Snapchat: Snapchat is een app waarin je grappige foto’s en video’s makkelijk kunt versturen naar vrienden. En anders dan met Whatsapp kunnen je vrienden de foto maar enkele seconde zien.
  • Social gaming: Een interactieve game waarbij meerdere spelers tegelijkertijd zich in het zelfde spel bevinden en tegen elkaar spelen.
  • Social Media Marketing: is het gebruik van sociale netwerken, online communities en blogs voor marketing, sales, public relations en klantenservices.
  • Social media: een verzamelnaam voor alle online tools die een sociale interactie toelaten tussen eindgebruikers. De term wordt gebruikt om te verwijzen naar online technologie die het toelaat om woorden, video en audio te delen. Social media kan onderverdeeld worden in de volgende middelen: weblog’s en fora, social networks, wiki’s, microblogs, crowdsourcing en collaborate en RSS.
  • Sociale netwerksite: een website die gebruikers een profiel laat aanmaken, die ze vervolgens kunnen koppelen aan de profielen van anderen binnen hun sociaal netwerk.Veel sociale netwerksites richten zich op vermaak en het in contact blijven met vrienden.
  • Soundcloud: SoundCloud is een social mediaplatform dat speciaal is opgericht voor artiesten en liefhebbers van muziek. Omdat je op deze website muziek kan luisteren, delen en liken, wordt SoundCloud ook wel de Facebook voor artiesten genoemd.
  • Spam: massale en herhaalde verzending van ongevraagde (commerciële) berichten.
  • Special interest groups: groepen mensen die hele specifieke interesses of hobby’s hebben en zich verenigd hebben.
  • Spotify: Spotify is een populaire streaming muziekdienst, waar je een ruime muziekcollectie kunt beluisteren zonder die te kopen.
  • Start-up: een snelgroeiende onderneming die vaak op het internet opereren.
  • Stock foto/video: Een foto of video die uit een grote databank komt. Deze foto’s zijn algemene foto’s ter ondersteuning van een verhaal of artikel.
  • Storify: Storify is een internetapplicatie waarmee je digitale verhalen kunt maken met behulp van sociale media. Het is een tool waarmee je zelf een soort artikel kunt maken met behulp met artefacten van diverse sociale media zoals Twitter, Facebook, Flickr, YouTube, Google Reader etc.
  • Storytelling: het koppelen van bepaald gedachtegoed aan een merk of concept dat je op de markt brengt. Binnen het gedachtegoed komen visies, houdingen, overtuigingen, motivaties, wereldbeelden en werelden terug die voor de consumenten betekenis hebben en beleving oproepen.
  • Streamen: Streamen is het afspelen van bestanden zonder deze eerst op te moeten slaan op de harde schijf. Dat betekent dat je bijvoorbeeld al muziek kunt luisteren die nog niet volledig naar je computer is verzonden.
  • Stumbleupon: Stumbleupon is een social bookmark dienst waar gebruikers hun favoriete sites kunnen bespreken en links kunnen posten van sites die ze leuk vinden. Bij goed gebruik kun je met Stumbleupon meer traffic generen.
  • Tag: een trefwoord/label dat aan een video, foto of uiting hant en daarmee vindbaar wordt voor andere gebruikers. Het labelen van documenten heet tagging.
  • Taggen: is het labelen van o.a. foto’s, video’s en berichten.
  • Take over: Met een (Homepage) Take-over zijn alle advertentieposities op de homepage van één adverteerder, 100% aandacht voor uw advertentie. Door gebruikersinteractie start de animatie die vervolgens het scherm overneemt.
  • Targetten: het gericht aanbieden van advertenties voor de doelgroep door te segmenteren op bijvoorbeeld de postcode met als doel het verhogen van de relevantie voor de gebruiker.
  • Template: Een sjabloon waarin de vorm van een pagina is vastgelegd. Het gebruik van templates garandeert dat content en vormgeving van elkaar worden gescheiden.
  • The Long tail: een marketingprincipe, geïntroduceerd door Chris Anderson, dat beschrijft dat door de nieuwe media het steeds makkelijker is om niches aan te spreken.
  • Traffic: Bezoekersstromen van websiteverkeer.
  • Trending topic: Onderwerpen op Twitter die trendmatig veel gebruikt worden. Denk hierbij aan politieke partijen of spraakmakende TV programma’s.
  • TripAdvisor: TripAdvisor is een internationale website waarop leden beoordelingen en foto`s kunnen toevoegen over een accommodatie, restaurant of bezienswaardigheid. Jaarlijks verschijnen er ook de Travelers Choice Awards voor de best beoordeelde hotels, wereldwijd.
  • Tutorial: Tutorial is een Engels woord die vaak gebruikt wordt voor how-to-video’s, dit zijn instructie filmpjes waarin stap voor stap uitleg gegeven wordt hoe je een bepaalde handeling doet. De bedoeling is om de kijker hiermee iets te leren.
  • Tweet: Een berichtje dat is achtergelaten via Twitter.
  • Tweetdeck: Tweetdeck is een platform waarbij je in één oogopslag ziet wat er op je sociale media accounts gepubliceerd wordt. Daarnaast kun je hier een bericht plaatsen en precies aangeven in welk profiel je bericht gepubliceerd moet worden en op welk tijdstip deze geplaatst moet worden.
  • Twitter: Een social medium dat het mogelijk maakt korte berichten te delen (max 140 tekens) eventueel aangevuld met een foto of link.
  • Uber: Uber is een internationaal taxi bedrijf Uber is een taxidienst die in Amerika gestart is en later ook in andere grote steden is begonnen (Londen, Berlijn, Amsterdam). Uber is een alternatief voor de normale taxi’s en onderscheid zich (volgens zichzelf) door de betrouwbaarheid en comfort.
  • Unieke bezoekers: Vorm voor het meten van website verkeer. Aantal bezoekers in een bepaalde periode. Iemand die de site drie keer in één periode bezoekt telt als één unieke bezoeker.
  • URL: afkorting van Uniform Resource Locator: oftewel een internetadres. (Bijvoorbeeld: http://www.google.nl)
  • Usability: De gebruiksvriendelijkheid ofwel; de mate van effectiviteit, efficiency en tevredenheid waarmee een webbezoeker een website gebruikt om zijn of haar doel te bereiken.
  • User Generated Content: Bijdragen aan informatiebronnen in tekst, beeld en geluid door de gebruiker. Voorbeelden van user generated content zijn: Wikipedia, Youtube en FlickR maar ook recencies, weblogs en recepten.
  • User story: Een user story is een korte beschrijving (story) van wat een gebruiker (user) wil. User stories worden gebruikt bij het ontwikkelen van software of producten. … User stories worden gebruikt binnen agile software development als een manier om de requirements te beschrijven. Hierin zegt men ‘wie’, ‘wat’, ‘waarom’ wil.
  • Valideren: Controle of codes optimaal werken en geen foutmeldingen geven.
  • Videocontent: een niet-commerciële video met een duidelijke boodschap.
  • Views: Vorm voor het meten van website verkeer. Het aantal keer dat een webpagina is vertoond.
  • Viral marketing: is een vorm van marketing waarbij men probeert ervoor te zorgen dat personen de marketing boodschap aan elkaar verspreiden via hun sociale netwerk. Vormen: Branded Viral’s, Viral Content en Viral Public Relations.
  • Virtualiteit: de mogelijkheid om virtuele werelden te stimuleren die gebruikers geheel onderdompelen in een schijnbare omgeving en hen in de gelegenheid stellen zich hierin te verplaatsen en ermee te interacteren.
  • Virtuele marketing: is een nabootsing van de echte wereld. Virtuele marketing kan zich uiten in virtuele werelden, games en augmented reality.
  • Vlog: een blog met video’s in plaats van tekst.
  • Vodcasting: Video on demand; Een mediaplayer voor de Ipod dat beschikbaar is via internet (geschikt voor mp4).
  • Voice control: Het besturen van een computer door middel van je stem. De virtuele assistente Siri (op de iPhone) is hier een mooi voorbeeld van.
  • Voice search: Het uitvoeren van een zoekopdracht via de stem. Siri is hier een goed voorbeeld van (Virtuele assistente op de iPhone). Jij spreekt iets in, de computer vertaalt dit naar een zoekopdracht en toont jou de resultaten (of spreekt de resultaten uit).
  • VR: Virtual reality een techniek waarbij je rondkijkt met behulp van een speciale bril in gedesignde een 3D virtuele wereld.
  • Watson: Watson is een supercomputer die ontwikkeld is door het Amerikaanse bedrijf IBM. Hij kan een in spreektaal gestelde vraag interpreteren en na een zoektocht door een verzameling van encyclopedieën, boeken, tijdschriften, wetenschappelijke artikelen en gedownloade websites binnen enkele seconden een goed antwoord op de vraag geven.
  • Wearables: Wearables zijn kleding en accessoires met een apparaat dat met een computer kan worden verbonden. Vaak voegt het een praktische functie toe. Voorbeelden zijn de smartwatch, Google glass, maar ook slimme sokken die snelheid, afstand en calorieverbruik meten. Het woord wearables komt van de Engelse term wearable devices (draagbare apparaten).
  • Webanalytics: proces om de prestaties van een website te meten, te analyseren, te rapporteren en te verbeteren.
  • Webbrowser: Een webbrowser zet de brontekst (HTML/XML) om naar een goed uitziende website. Browsers zijn: Internet explorer, Firefox  en Google Chrome.
  • Webcare: Webcare is de structurele, real-time serviceverlening van een organisatie via sociale media aan een of meerdere specifieke doelgroepen. Met webcare antwoordt een organisatie op vragen, verstrekt ze informatie en lost ze klachten op. Dat doet de organisatie zowel reactief als op eigen initiatief.
  • Webdesigner: Verantwoordelijke voor het uiterlijk/design van de website.
  • Webfont: Voor het gebruik op internetpagina’s verdient het de voorkeur gebruik te maken van fonts die op verschillende computersystemen standaard aanwezig zijn. Dat zijn perfect gehinte lettersoorten, met meestal grote charactersets, waarbij de leesbaarheid optimaal is. Voorbeelden van deze lettertypen zijn Arial, Times, Verdana en Palantino.
  • Weblog: Van oorsprong een online dagboek waarin de ‘blogger’ een logboek bijhoudt in chronologische volgorde. Er zijn verschillende soorten weblogs te onderscheiden; persoonlijke blog (etaleert de werkzaamheden en visie van één persoon), corporate blog (etaleert de visie van een organisatie), politieke blog (etaleert de politieke visie van politici), nieuwsblog (berichtgeving van nieuwsberichten), themablog (gaat in op één onderwerp).
  • Webmaster: Verantwoordelijke voor het technisch beheer van de website.
  • Webserver: het programma dat via een browser verzoeken ontvangt en via het hypertekst transfer protocol (http) de website aan de opvrager toont.
  • Webshop: Een online etalage waarbij diensten en producten kunnen worden aangeschaft via internet.
  • Website: is een verzameling samenhangende webpagina’s, met data zoals afbeeldingen, tekst en video’s, op een plek op het World wide web, die gehost zijn op een webserver en toegankelijk zijn via een internetadres.(URL)
  • Webstatistics: geven een overzicht van de bezoekersstromen op de website door aantal unieke bezoekers, pageviews en hits.
  • Webvertising: Adverteren via Internet door middel van banners, buttons en andere advertentievormen.
  • WeTransfer: WeTransfer is een Nederlandse down- en uploaddienst waarmee grote bestanden tot twee gigabyte verstuurd kunnen worden. Met de dienst kunnen documenten, foto’s, muziek, presentaties en video gedeeld worden met maximaal 20 ontvangers. Alle bestanden worden 7 dagen bewaard door de dienst.
  • Whatsapp: WhatsApp is een oorspronkelijk voor de iPhone en later voor Android ontwikkelde applicatie (app) voor de smartphone om berichten, bestanden en foto´s met elkaar uit te wisselen, een gratis berichtendienst die wereldwijd door één miljard mensen gebruikt.
  • Whitepaper: Een white paper is een document of rapport waarin een probleem en/of een mogelijke oplossing wordt beschreven, of dat kan helpen om een beslissing nemen. Binnen marketing en sales worden whitepapers wel gebruikt als marketinginstrument of salestool.
  • Widgets: Applicaties die je kunt embedden binnen een website.
  • Wiki: Een applicatie waarin meerdere gebruikers samen aan één tekstdocument kunnen werken. Dit is afgeleid van Wikipedia.
  • Wireframes: Wireframes zijn een visueel hulpmiddel bij het ontwikkelen van een website of -applicatie. Ze kunnen gezien worden als de bouwtekening van een website, waarin een overzicht wordt gegeven van de verschillende onderdelen die op een website aanwezig zullen zijn.
  • WordPress: WordPress is een (gratis) systeem om een blog, website of webshop te beheren zonder dat kennis van programmeertalen als HTML, PHP of CSS noodzakelijk is. WordPress is een Content Management Systeem (CMS), waardoor gebruikers normale tekst (als in Word) in kunnen voeren en het systeem de achterliggende code afhandelt.
  • XML: Extensible Markup Language: is computertaal waarmee gegevens in de vorm van platte tekst gedeeld kunnen worden. RSS maakt gebruik van XML.
  • Yoast: Yoast is een plugin die de SEO score op je website of artikel beoordeelt.
  • Youtuber: Youtubers zijn jongeren die bekend zijn met hun eigen YouTube kanaal. Zij verdienen vaak geld met vloggen: bloggen op video.
  • Youtube: YouTube is een website voor het uploaden, bekijken en delen van videofilms door gebruikers. Het motto van You Tube: “YouTube, Broadcast Yourself”.
  • Zoekmachine marketing: Door het goed positioneren van websites in zoekmachines wordt een hoge ranking verkregen. Hierbij is er een combinatie van een natuurlijke zoekmachine optimalisatie en betaalde zoekmachine plaatsing.